Parasja van de Week

Derasja Acharei mot – Kedosjim, Leviticus 16:1 – 20:27 | 10 mei 2025 – 12 iyar 5785

Voor velen is Parasjat Kedosjim het hoogtepunt van Wajikra, Leviticus. We hebben ons door vele hoofdstukken geworsteld die gewijd zijn aan het offeren van dieren, het priesterschap, verschillende lichamelijke afscheidingen en nare zweren en andere huidaandoeningen, en we kregen lijsten aan verboden seksuele relaties mee. Eindelijk bereiken we een richtlijn die we kunnen omarmen.

De Eeuwige sprak tot Mozes en zei: Spreek tot de hele gemeenschap van Jisrael en zeg tegen hen: “Jullie zullen heilig zijn, want Ik, de Eeuwige, uw God, ben heilig” (Lev. 19:1-2).

Deze uitspraak is niet alleen gericht tot de priesters, maar tot de hele gemeenschap van Israël. Mannen – vrouwen – kinderen – belangrijk en onbeduidend. Ieder van ons heeft het vermogen tot heiligheid.

Maar wat betekent het om heilig te zijn? De erop volgende verzen bieden gewone leefregels, maar ze zijn bedoeld om heiligheid te bevorderen. Kan het eren van onze ouders, het houden van de Sjabbat, het afzweren van afgoderij of het achterlaten van de opbrengst aan de randen van onze velden voor de armen, ons heilig maken? Is het zich onthouden van diefstal, en van bedrieglijke handelspraktijken of het achterhouden van het loon van arbeiders tot het einde van de week genoeg om ons heilig te maken?

Onze rabbijnen hebben eeuwenlang met dit vers geworsteld. Rasji, 11e eeuw, wijst op de lange lijst van verboden seksuele relaties in Leviticus 18 en 20, en denkt dat Heilig Zijn verbonden is aan het zich onthouden van deze verboden seksuele relaties. 

Nachmanides, 13e eeuw, legt uit dat we hier moeten leren dat we best volgens de letter van de Thora kunnen leven en toch een onfatsoenlijk leven leiden. Vraatzucht, luiheid, hebzucht, pronkzucht, ongeïnteresseerdheid; ze zijn op zich niet verboden, maar sieren de mens niet echt, of in zijn woorden: “Men zou een rasja, een schurk, kunnen zijn met volledige instemming van de Thora” (Nachmanides op Lev. 19:2). Om deze reden, zegt hij, krijgen we een bovenliggende richtlijn om heilig te zijn – om gematigd te zijn, zelfs in heel gewoon toegestane activiteiten. Bv. Bij ons eten en drinken, met bezitvorming, in de  huwelijkse omgang, met kleding en juwelen, in je taalgebruik, in de sociale omgang. 

Waarom wordt uitdrukkelijk “de hele gemeenschap van Jisraël” genoemd? Volgens de Chatam Sofer, begin 19e eeuw:

De Thora zoekt geen heiligheid waarbij je je afzondert van de wereld om je heen. Integendeel… Je zult heilig zijn temidden van de algemene samenleving waarbij je je mengt met andere mensen. Heiligheid moet worden nagestreefd door het hele Joodse volk. “Alleen door de kracht van de gemeenschap kan een individu heiligheid bereiken; niet alleen op eigen kracht.”

Hoe kunnen we reageren op de oproep om heilig te zijn als Joden, die geloven dat ieder van ons zijn jodendom opzoekt en invult met de keuzevrijheid die ons goddelijke recht is? Hoe dragen wij, mensen met vrije wil, bij aan de collectieve heiligheid van onze Joodse gemeenschap? De meest vromen onder de Joden vind je gewoonlijk niet in liberale kringen, zoals bij ons. 

De Chatam Sofer leert ons dat het jodendom ons oproept om heiligheid te zoeken in de gemeenschap. Dit geeft aan dat de Tora alleen volledig kan worden omarmd in onze omgang met andere mensen. Een van de twee categorieën mitswot, opdrachten, is bein adam lechavero, tussen de mens en zijn medemens, handelingen die we moeten uitvoeren of die we juist moeten vermijden in de samenleving. Onder de dingen die de Misjna ons leert om “zonder mate” uit te voeren, zijn daden van vriendelijkheid en zorg voor anderen: gasten verwelkomen, zich verheugen met het bruidspaar op hun bruiloft, overledenen begeleiden naar hun laatste rustplaats enz. De ethische mitswot die de vroege Liberaal Joodse beweging zag als de essentie van het jodendom, weerspiegelen onze overtuiging, dat de manier waarop we andere mensen behandelen een Joodse kerntaak is. We kunnen hem allen afmaken: ‘Wat u niet wilt wat u geschiedt, doe dat ook de ander niet.’ ‘De rest is uitleg,’ volgt dan nog. Rabbijn Hillel de Oudere, herhaald bij de christenen in Lucas. Heiligheid zoeken door zich voortdurend terug te trekken uit de wereld is erg onjoods. 

Het creëren van een heilige gemeenschap is een uitdaging. Maar, zo vertelt onze traditie ons, alleen in gemeenschap zal ieder van ons heiligheid ervaren. Leviticus 19:1-2 luidt: “De Eeuwige sprak tot Mozes: Spreek tot de hele gemeenschap van Jisraël en zeg tegen hen: Jullie zullen heilig zijn, want Ik, de Eeuwige, uw God, ben heilig.” Het Hebreeuws staat hier duidelijk in het meervoud.

Ieder van ons heeft het vermogen tot heiligheid. Maar niemand kan de kedushah bereiken die de heiligheid van God weerspiegelt. Als we onszelf zien als leden van het volk Israël, van een volk dat geroepen is om heilig te zijn, laten we de ondraaglijke last van het bereiken van perfectie als individuen los. Ieder van ons kan de mitswot kiezen die ons in staat stellen om ons unieke Joodse zelf uit te drukken, wetende dat we door ons individuele Joodse leven bijdragen aan het Joodse geheel. Am Yisrael is heilig, niet omdat ieder van ons te allen tijde zo fantastisch Joods leeft, maar omdat ieder van ons een vonk van heiligheid in de gemeenschap brengt. Immers ieder van ons, ieder mens, is geschapen naar Gods gelijkenis. Samen vormen wij de gemeenschap van klal Jisrael. 

Sjabbat sjalom | Bert Oude Engberink 

Archief parasja van de week: https://ljgtwente.nl/archief-parasja-van-de-week/